Dwangneurose medicatie

Bijna iedereen heeft weleens van smetvrees gehoord. Mensen met smetvrees hebben de angst om besmet te raken of juist anderen te besmetten. De patient heeft de neiging vaak te wassen. Vandaar dat smetvrees ook wel wasdrang wordt genoemd. Iemand met smetvrees wast zichzelf en zijn/haar spullen veel en langdurig.

Een deel van de mensen met smetvrees zal bang zijn om besmet te raken. Een ander deel van de patienten wil juist de ander niet besmetten. Door zich vaak te wassen denkt de patient de besmetting tegen te gaan. Vanzelfsprekend is de angst overdreven. Maar voor de patient zijn de dwanghandelingen van levensbelang. De angst beïnvloed de gedachtepatronen van de patient. Volgens de ideeen van iemand met smetvrees zou je besmet kunnen raken door bestek dat is gebruik door een ander. De kans dat dit gebeurt is volgens de patient zeer groot, terwijl deze in werkelijkheid juist klein is.

De therapie die voor smetvrees goed werkt is exposure en responspreventie. Bij deze behandeling wordt de patient geconfronteerd met de situaties die hij of zij zo eng vindt. Voorbeelden zijn: bestek van een ander gebruiken, na iemand een hand gegeven te hebben niet meer handen wassen, deurklinken weer normaal gebruiken. Zo zal de patient zien dat er ook zonder dwanghandelingen niet ernstigs zal gebeuren.

Men werkt volgens een lijst van lastige situaties, de zogenaamde angsthierarchie. De patient zal als eerst met de minst moeilijke situatie worden geconfronteerd. De meest moeilijke situatie wordt bewaard voor het eind. Bij deze methode ligt de focus op het nalaten van de dwanghandelingen.

Soms breidt men de behandeling van smetvrees uit met medicatie. In het geval dat met exposure en responspreventie niet de gewenste resultaten worden behaald, kan medicatie een uitkomst bieden. Het kan ook zijn dat de patient de voorkeur heeft voor medicatie.
Free Web Hosting